Waarom kiezen voor Bijen
Bijen zijn met een groot aantal, altijd inzetbaar, vliegen bij een temperatuur boven 7°C op bloemen als deze bestuiving en bevruchting toelaten. Beweringen dat een bij pas vliegt bij een temperatuur van 16°C in een kas, heeft te maken met het gewas wat in de kas staat. Gewassen in een kas laten vaak bij een temperatuur boven 16°C pas stuifmeel en nectar vrij, onder deze temperatuur kan er geen bevruchting plaatvinden. Het is daarom niet zinvol voor een bij om de in de kas aanwezige bloemen te bezoeken omdat er niets aanwezig is. Dit heeft duidelijk te maken met welk gewas het is, er zijn ook gewassen die onder de 16°C stuifmeel en nectar vrijgeven en dan vliegen de bijen ook onder de 16 graden. Bewolkt of onbewolkt maakt voor de bijen niet uit, als er in de bloem maar stuifmeel of nectar vrijkomt. Het moment en het tijdstip waarop, en omstandigheden waaronder dit gebeurt kan voor elke plant verschillend zijn.
Bijen kunnen met elkaar communiceren. Dat betekent dat bijen kunnen bepalen hoeveel bijen er nodig zijn om een bepaald gewas te bevliegen en er dan ook dat aantal bijen heen sturen voor een optimale bestuiving. Hierdoor voorkomen zij over bevlieging, want dat zou beschadiging van de bloem kunnen betekenen. (dus met bijen meer kwaliteit.).
Bijen zijn bloemvast. Dat betekent dat als ze op een bepaalde bloemsoort of boomsoort vliegen, deze dan ook blijven bevliegen tot het uitgebloeid is, en niet zoals hommels van de ene bloemsoort naar de andere vliegen. Dan is de kans groot dat er geen bevruchting plaats vindt. Bijen vliegen ook bij hoge wind snelheden, als de bloemen maar stuif meel of nectar produceren, dus bestoven en bevrucht kunnen worden.
Als we naar de bloembiologie kijken is de bij de beste bestuiver voor veel verschillende bloemsoorten. Bij kruisbestuiving zijn het stuifmeel en de stamper niet altijd op hetzelfde moment rijp, zo voorkomt de bloem zelfbestuiving. Een voorbeeld hiervan is de bloem van de aardbei. Daarvan zijn de stampers eerder rijp dan het stuifmeel. Dat betekent dat de bij er 5 tot 8 dagen elke dag een rondje in de bloem moet maken omdat er per dag nieuwe stampers rijp zijn.
Dat rondje maken per bloem doet de bij veel beter dan de hommel, die vliegt halverwege weg. Daar komt bij dat de hommel trilt en dat kan lijden tot het afbreken van de stampers en dat betekent kwaliteit verlies. Het stuifmeel van de aardbei bloem komt pas vrij als de stampers bestoven zijn. Doordat de bijen in de kast onderling contact hebben vindt er een uitstekende uitwisseling van stuifmeel plaats, waardoor de bijen die nectar halen juist bestuiven en er een uitstekende kruisbestuiving plaatsvindt. Zo kan ook het stuifmeel eerder rijp zijn dan de stamper (bv. appel.) Dit alles is complex maar daar is de bij in de natuur voor gemaakt en volledig op ingespeeld.
De bij beschadigt de bloem niet als deze nog geen stuifmeel of nectar produceert. Dat doet de hommel wel, door het afbijten of openbreken van de meeldraden en stampers, dit geeft onmiddellijk kwaliteitsverlies. Zo beschadigt de hommel ook de bloem van de blauw bes duidelijk zichtbaar aan de gaatjes in de bloembladen. Dus bij blauwe bes bijen plaatsen. Een bijenvolk extra verhoogt de opbrengst. Dus het standpunt dat de hommel een betere bestuiver dan de bij is, is onjuist, men heeft dan de bloembiologie niet begrepen. Het trillen van de hommel is alleen bruikbaar bij de tomaat. Dus bij tomaten hommels in zetten.
Bijen functioneren uitstekend onder overkappingen en half overkappingen, zelfs zo goed dat ze bij half overkappingen niet in het gewas hoeven te staan, maar zelfs buiten de overkappingen kunnen worden geplaatst.
Het inzetten van bijen bij paprika verhoogt de kwaliteit van de vrucht en de opbrengst. Daarnaast verdwijnt door het verzamelen van veel stuifmeel in grote mate stuifmeelallergie bij medewerkers bij de teelt van paprika.
Bijen kunnen pieken. Het bevruchtingsmoment kan door omstandigheden, de bloem zelf, of het ras tot enkele uren per dag beperkt zijn. Dan kan een bijenvolk door haar grote aantal bijen enorm pieken, dat doet het dan ook. Dit kan een hommelvolk niet door haar te geringe aantal hommels.
Bijen kunnen naast bestuiving ook worden ingezet bij het verzamelen van nectar in bijvoorbeeld orchideeën, frambozen en bramen om lekken van nectar te voorkomen. Het plaatsen van een extra bijenvolk bij grote percelen en intensieve gewassen is zinvol, het verhoogt de opbrengst en kwaliteit. De hommel is niet bloemvast en gaat naar elke bloem die hij tegenkomt, dat doet de bij niet. Dus met bijen een betere bestuiving, doordat beter het juiste stuifmeel op de juiste stamper komt.
Bijen de juiste keus
Een bijenvolk bestaat uit 20.000 tot 60.000 bijen, al naar gelang waar ze voor worden ingezet. Ze zijn onmiddellijk na plaatsing volledig inzetbaar. Door hun aantal zijn ze uitermate goedkoop. Met een imker met het bewijs van vakmanschap en licentie is de kwaliteit van het bijenvolk gegarandeerd. (vraag naar de licentie). Bijen kunnen het gehele door worden ingezet. Bestuiving met bijen is als een verzekering voor opbrengst en topkwaliteit.